Nieuws

Naar een succesvolle gedeelde mobiliteitstransitie

Hoe kunnen we privé-, gedeelde- en collectieve mobiliteit naadloos in elkaar laten overvloeien tot een samenhangend stedelijk netwerk in onze steden? En hoe kunnen mobiliteitshubs in wijken een nuttig instrument zijn voor deze mobiliteitstransitie? In een recent gesprek met de mobiliteitsadviseur van Rotterdam, Joeri van den Ende, en onze stedenbouwkundige Stefano Agliati, zijn we ingegaan op de complexiteiten van gedeelde mobiliteit en stadsplanning. We onthulden de uitdagingen waarmee gemeenten worden geconfronteerd en boden inzichten in wat er nodig is voor een succesvolle stedelijke (gedeelde) mobiliteitstransitie.

Rotterdam staat op het punt een geïntegreerd beleidsdocument te publiceren dat verschillende transportelementen - zoals autodelen, fietsen en bromfietsen - samenvoegt tot een samenhangende strategie. Deze aanpak heeft tot doel een sterke basis te leggen voor de ontwikkeling en implementatie van wijkhubs om een soepele overgang voor bewoners te bevorderen. Joeri van den Ende benadrukt dat hij de "narratief wil veranderen van individuele voertuigen naar een breder perspectief dat diverse en collectieve vervoerswijzen omarmt." Samen met de gemeente Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven, de zogenaamde G5-gemeenten, voerden we bij PosadMaxwan een onderzoek uit naar hoe mobiliteitshubs kunnen worden geïmplementeerd in bestaande wijken. Nu, enkele jaren later, reflecteren we op dit onderzoek en kijken we vooruit naar wat nog nodig is.

Parkeerbeleid en de uitdagingen ervan

Een veelvoorkomend probleem dat in het interview werd benadrukt, is het conflict tussen parkeerbeleid en de visie op gedeelde mobiliteit bij het realiseren van wijkhubs in bestaande wijken. Parkeerbeleid wordt vaak nog buiten beschouwing gelaten in de discussie over de mobiliteitstransitie, terwijl "we een paradigmaverschuiving nodig hebben in het verhaal, weg van een individualistische aanpak, die vaak oplossingen voor persoonlijk parkeren behelst, naar een holistisch perspectief dat wandelen, fietsen, openbaar vervoer en gedeelde mobiliteit omvat," zoals Van den Ende onderstreept. Het is daarom cruciaal om integraal naar de wijk te kijken in plaats van een plotbenadering te hanteren.

Deze benadering wordt gestimuleerd door het instrumentarium dat de gemeente biedt, zoals de beleidsregeling parkeernormeringen. Hoewel in gebiedsontwikkelingen al wel meer op deze manier wordt gedacht, ontbreken vaak nog de juiste instrumenten. Bewustwording van deze uitdagingen en de noodzaak om ze aan te pakken zijn essentieel bij het navigeren door het complexe landschap van stedelijke ontwikkeling, waarbij de gemeente actief betrokken is bij het verkennen en implementeren van de benodigde instrumenten.

 

Strategische planning, zorgen over GPS-signalen en hergebruik van bestaande infrastructuur

Strategische planning is cruciaal voor een naadloze integratie van gedeelde mobiliteit in bestaande stedelijke structuren. Een intrigerend aspect van het gesprek draaide om de business case voor mobiliteitshubs en de potentiële vermindering van gemeentelijke inkomsten als gevolg van gewijzigde parkeerbeleidsmaatregelen. Aanbieders van gedeelde auto's hebben te maken met een zichtbaarheidsconflict: ze geven de voorkeur aan zichtbaarheid op straat, maar worden vaak verplaatst naar minder zichtbare parkeergarages. Daarnaast werden er in het gesprek ook zorgen geuit over de impact van stedelijke infrastructuur op technologie, met name het GPS-signaal. We hebben dit ook ervaren in eerdere projecten, zoals Stefano opmerkt: "Als je je gedeelde fiets of gedeelde auto binnen wilt plaatsen, gaat het GPS-signaal vaak verloren, en dat is een aanzienlijke uitdaging voor aanbieders van gedeelde mobiliteit." Deze uitdaging voegt een extra laag complexiteit toe aan de naadloze integratie van gedeelde mobiliteitsservices. Strategische beslissingen over parkeren beïnvloeden dus aanzienlijk het succes en de zichtbaarheid van gedeelde mobiliteitsservices.

 

Een intrigerend voorstel kwam naar voren met betrekking tot het overschot aan bestaande parkeergarages. Tijdens het gesprek werd de mogelijkheid gesuggereerd deze ruimtes te herbestemmen voor mobiliteitsknooppunten, waardoor mogelijk nieuwe constructies worden vermeden. Stefano licht toe: "Het herbestemmen van bestaande infrastructuur, zoals parkeergarages, voor mobiliteitshubs is een innovatieve oplossing. Het minimaliseert niet alleen de behoefte aan nieuwe constructies, maar maakt ook efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte, wat bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van stedelijke mobiliteit."

De rol van gemeenten en gedragsverandering

Het gesprek ging in op de rol van gemeenten bij het vormgeven van mobiliteitsbeleid. Stefano en Joeri bespraken de uitdaging van het in evenwicht brengen van verlaagde parkeertarieven voor gedeelde auto's met de financiële overwegingen van parkeergarage-exploitanten. Een voorgestelde oplossing zou kunnen zijn om een speciale status voor gedeelde auto's te creëren, waarbij de rol van de gemeente in het beheren van openbare mobiliteitsopties wordt benadrukt. Daarnaast bevordert de gemeente Rotterdam actief gedeelde mobiliteit als een individuele vrijheid, waarbij burgers worden aangemoedigd om diverse mobiliteitsopties te verkennen. 

Initiatieven zoals "fietsvlonders" tonen een bottom-up benadering van mobiliteitsoplossingen, waarbij gemeenschappen worden betrokken bij gedragsverandering. De gemeente Rotterdam is bijvoorbeeld "actief betrokken bij een strategie voor gedragsverandering", omdat het gebruik van gedeelde mobiliteit de mobiliteitsmogelijkheden van individuen kan verbreden. Vervolgens is het aan het individu om te beslissen of hij het blijft gebruiken of niet.

 

Hoewel we idealiter pleiten voor wijken met weinig verkeer, blijft dit in de praktijk complex om te navigeren. Het conflict tussen langetermijnperspectieven van de overheid en onmiddellijke publieke zorgen voegt een extra laag complexiteit toe. Het interview onthulde een uitdaging bij het afstemmen van de korte termijn doelstellingen van aanbieders van autodelen met de langetermijnvisie van de gemeente voor mobiliteitshubs. Deze verkeerde opstelling vormt een belemmering voor de duurzame groei van mobiliteitsoplossingen.

 

Conclusie

In de zoektocht naar een duurzamer mobiliteitssysteem begint Rotterdam aan een fascinerende maar uitdagende zoektocht. Wat op het eerste gezicht een eenvoudige milieuvriendelijke oplossing lijkt, wordt een paradoxale complicatie wanneer we kijken naar economische duurzaamheid en inclusiviteit. Bij PosadMaxwan putten we inspiratie uit deze paradoxen die ons dagelijks leven intrigerend vormgeven en onze ruimtelijke planning complex maken. Dankbaar voor de samenwerking met gewaardeerde partners en cliënten, waaronder de gemeente Rotterdam, navigeren we gezamenlijk dit ingewikkelde pad, ondersteunen we elkaar in het aangezicht van deze uitdagingen en dragen we bij aan het voortdurende proces van de duurzame toekomst van onze stad.

* In dit interview hebben wij ons specifiek gericht op het realiseren van wijkhubs. Wij onderscheiden namelijk vijf hoofdtypen hubs:

  • Buurthub - primair bedoeld om deelmobiliteit aan te bieden voor bewoners.
  • Wijkhub - gericht op deelmobiliteit voor de bewoners van de wijk en overstappunt voor bezoekers van de wijk.
  • Stadshub: bedoeld om regionaal openbaar vervoer en stads-ov aan elkaar te koppelen.
  • Regiohub: bedoeld om de overstap tussen auto en ov richting stedelijk gebied te koppelen.
  • Logistieke hub:  Hubs voor logistieke overslag (deze kunnen op verschillende schaalniveaus opereren).