Nieuws

De rol van het waterschap en de potentie van drijvend bouwen

Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is als één van de omgevingspartijen betrokken bij het onderzoek naar drijvende steden. De eerste fase van het onderzoek is gepubliceerd, waarin, in samenwerking met PosadMaxwan en de gemeente Utrecht, werd onderzocht hoe drijvend bouwen een kans biedt verschillende ruimtelijke functies te combineren. In deze studie dient de polder Rijnenburg als casus: een interessant gebied in Utrecht waar meerdere opgaven voor een (energie)landschap, woningbouw en waterbergingsgebied moeten verenigen. Susanne Vermeulen, ruimtelijk strateeg, en Dries Schuwer, adviseur water en ruimtelijke ordening, gaan in deze column dieper in op de rol van het waterschap en hoe zij de toekomst van drijvende steden zien.

Het gebied van de Stichtse Rijnlanden heeft een rijke geschiedenis van 900 jaar waterbeheer. In deze periode, en vooral in de afgelopen jaren, heeft er veel verandering plaatsgevonden. Waar inwoners zich eeuwen geleden vooral aanpasten aan natuurlijke omstandigheden, zijn we het landschap steeds meer naar onze hand gaan zetten; water en bodem moesten zich aan ons aanpassen. Door klimaatverandering ervaren we echter steeds vaker extreme periodes van wateroverlast en droogte. Om ons landschap toekomstbestendig in te richten, moeten we weer meebewegen met het klimaat, zoals we dat vroeger deden. Het waterschap kan de water aan- en afvoer in de toekomst anders niet langer garanderen. Dit vereist niet alleen een verandering in ons denken, waarbij water en bodem weer sturend moeten zijn, maar ook een andere rol van het Hoogheemraadschap.

Water en bodem sturend

In de afgelopen jaren hebben we een verschuiving gezien in de rol en positie van het waterschap binnen de ruimtelijke ordening. Deze verandering is ook opgenomen in het nieuwe waterbeheerprogramma 2022- 2027 als ‘stroomopwaarts werken’. Dit houdt in dat we dat we als waterschap proactiever en vroegtijdig betrokken willen zijn bij ruimtelijke ordeningsvraagstukken. Op die manier kunnen we van het begin van de planvorming water en bodem sturend denken inbrengen.

 

Daarnaast worden de maatschappelijke opgaven steeds breder. Er zijn talloze koppelkansen mogelijk, waardoor we niet alleen vanuit een waterperspectief denken, maar juist op zoek gaan naar meervoudig ruimtegebruik. Denk bijvoorbeeld aan de energietransitie en nieuwe verdienmodellen voor de landbouw. Deze aanpak is essentieel gezien de schaarste aan ruimte. Daarom zien wij als waterschap absoluut potentie in drijvend bouwen als één van de mogelijke oplossingen. Denk bijvoorbeeld ook aan verhoogd bouwen op palen en terpen.

Potentie van drijvend bouwen

Een groot voordeel van drijvend bouwen is dat wonen gecombineerd kan worden met (piek)waterberging. Het biedt de mogelijkheid grotere fluctuaties in het waterpeil toe te staan; de drijvende woningen bewegen letterlijk mee met het waterpeil. Vanuit het perspectief van ontwikkelaars kan wonen aan het water ook de waarde verhogen vanwege de unieke beleving. Bovendien zijn drijvende woningen (tijdelijk) te verplaatsen. Dat zijn allemaal extra voordelen die drijvend wonen biedt.

 

Als waterbeheerders werken we aan het versterken van bestaande keringen. Daardoor beperken we overstromingskansen. Gezien de toenemende extremen is het belangrijk niet alleen naar het overstromingsrisico vanuit de primaire keringen te kijken, maar ook naar wateroverlast als gevolg van extreme regenval binnendijks. Drijvend bouwen biedt voor beide situaties een oplossing. Vooral in de lagergelegen gebieden en gebieden die gevoelig zijn voor bodemdaling, zoals het noorden van de polder Rijnenburg vanwege veen.

Daar komt bij dat we in de toekomst, als gevolg van klimaatverandering, te maken krijgen met toenemende watertekorten, met name in de zomermaanden. De uitdaging is om een watersysteem te realiseren dat, zowel tijdens extreme wateroverlast én droogte, zoveel mogelijk zelfvoorzienend is. Hierbij zijn voldoende zoet water en een goede waterkwaliteit belangrijk aandachtspunten.

In de polder Rijnenburg heeft de gemeente Utrecht de ambitie om circa 25.000 woningen te realiseren en op duurzame wijze bereikbaar te maken, onder andere door een lightrailverbinding aan te leggen. In het noorden van Rijnenburg is ruimte gereserveerd voor een combinatie van energielandschap en waterberging. Deze locatie vormt het uitgangspunt in het onderzoek naar de ontwikkeling van de drijvende stad met wetlandnatuur. Om voldoende waterdiepte te creëren voor een drijvende stad, moet een deel van de bodem worden afgegraven, waarbij moet worden gestreefd naar gesloten grondbalans. Dit vraagt om een verandering in denkwijze, waar in de volgende fase van dit onderzoek dieper op in wordt gegaan.

 

Vervolgonderzoek, van businesscase naar valuecase

In het vervolgonderzoek gaan we de maatschappelijke waarden die drijvend bouwen kan opleveren kwantificeren. Vanuit de traditionele grondexploitatiebenadering worden de financiële kosten en baten veelal op korte termijn beschouwd. Daarnaast kunnen forse toekomstige klimaatschades worden voorkomen door drijvend te bouwen, een rekening die bij overheden, eigenaren, maar ook bij toekomstige generaties wordt gelegd. Het combineren van functies, zoals woningbouw en waterberging dragen bij aan het vergroten van de maatschappelijke baten waardoor de haalbaarheid wordt vergroot. Door deze maatschappelijke baten mee laten te wegen kunnen we verstandige keuzes maken, ook voor de lagere termijn. Zo kunnen we een klimaatadaptieve- en toekomstbestendige drijvende leefomgeving creëren waar het bovenal fijn wonen is Ook moet er rekening worden gehouden met voldoende waterbeschikbaarheid en een goede waterkwaliteit tijdens droge zomermaanden. Daarom nemen wij deze nieuwe rekenmethode vanuit de brede welvaartsgedachte mee in het vervolgonderzoek voor drijvend bouwen in Rijnenburg, waar we al mee gestart zijn.

 

Klimaatverandering en maatschappelijke ontwikkelingen veranderen de wateropgaven fundamenteel. We moeten letterlijk weer gaan meebewegen met het klimaat en drijvend bouwen is daarbij onmisbaar voor Nederland. Op die manier kunnen ook toekomstige generaties, met een veranderlijk en steeds grilliger klimaat, in ons land blijven leven, wonen en werken. In een veilige omgeving met voldoende en schoon water.

Voor de casusuitwerking geldt dat deze gericht zijn op het onderzoeken van de algemene potentie van drijvend bouwen. De ontwikkelde beelden en tekstuele toelichting dienen ter inspiratie om het denken over wervende perspectieven voor drijvend bouwen te stimuleren.

Het onderzoek naar drijvende steden is gedaan in nauwe samenwerking met PAS BV, Buiting Advies, Dutch Lotus, Blue Revolution, de gemeente Utrecht, HDSR en de gemeente Rotterdam, en mede mogelijk gemaakt door Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

Disclaimer:

De gekozen casussen zijn puur bedoeld als hulpmiddel om deze algemene beelden tot leven te brengen. Zij zijn niet bedoeld als concrete plannen en hebben daarmee geen status of impact ten opzichte van lopende gebiedsontwikkelingen of planuitwerkingen (zoals de uitwerking van het Masterplan Merwehaven ). Dit geldt zowel voor de ruimtelijke uitwerking als de gepresenteerde woningaantallen.