Nieuws

#bewegendestad - Stadslogistiek: op weg naar een duurzaam evenwicht

Flitsbezorgers die je boodschappen tien minuten na bestelling al afleveren, bestelbusjes die af en aan rijden en vrachtwagens die winkels bevoorraden. Tussen de drukte door rijdt bouw- en afvalverkeer. Dit zijn enkele voorbeelden van stadslogistiek die niet meer weg te denken zijn uit onze straten. Stadslogistiek heeft niet alleen een steeds grotere impact op het verkeer, maar ook op de beschikbare ruimte - die door verdichting en duurzaamheidsambities al onder druk staat. Hoe kunnen steden plaats maken voor deze logistieke stromen en tegelijkertijd ruimte scheppen voor kwaliteit van de leefomgeving?

Uitdaging: razendsnelle opkomst, ongewisse toekomst

Het aantal logistieke leveringen is sterk gegroeid in de afgelopen acht jaar. Steeds vaker gaat het dan om just-in-time leveringen aan huis en aan winkels, waarbij producten worden geleverd precies op het moment dat ze nodig zijn. Een opvallend en spraakmakend voorbeeld vormt de flitsbezorging. Sinds dit fenomeen eind 2020 zijn intrede heeft gedaan in Nederland, is de populariteit sterk toegenomen. In de tweede helft van vorig jaar is het gebruik verdubbeld. Met name in de vier grote steden en onder inwoners in de leeftijdscategorie van 18 tot 34 jaar is de snelle service geliefd; zo’n 6,9% van hen komt zo aan zijn of haar boodschappen. Ook onder andere groepen is de bekendheid in steden groot. Onder 80% van de inwoners is flitsbezorging een begrip

Die bekendheid hangt wellicht samen met het feit dat dit logistieke verschijnsel letterlijk zijn plaats opeist in het straatbeeld. Fietsers en scooteraars in opvallende outfits en grote tassen scheuren door het verkeer om op tijd hun spullen te leveren. Op steeds meer plekken verschijnen ook zogenoemde dark stores. Voor deze mini-magazijnen met dichtgeplakte ramen wachten de bezorgers vaak rijendik op hun volgende rit naar een klant. Op straat belemmeren leveranciers de verkeersdoorstroming. Parallel aan de populariteit van flitsbezorging groeit daarmee de verkeers- en geluidsoverlast. In reactie daarop komen steeds meer gemeentes met maatregelen. Eind januari besloot Amsterdam tot een acute stop op nieuwe vestigingen van flitsbezorgers en Rotterdam volgde enkele weken later. Ook andere steden zetten deze stap, vaak na meldingen van overlast. 

 

In strijd tegen de milieuoverlast van stadslogistiek als geheel, wijzen steeds meer gemeenten emissievrije zones aan om de CO2 impact te verminderen. Deze zones zijn enkel begaanbaar met elektrisch aangedreven voertuigen. Aan de rand van de stad vindt de overslag plaats van voorraad vanuit (grotere) met brandstof aangedreven vrachtwagens naar meer en kleinere, schone voertuigen. Dit systeem leidt daarom tot nieuwe overslagpunten in de periferie en vormt zo tegelijkertijd een ruimtelijke opgave. Bovendien is de ruimte die de ontwikkeling van stadslogistiek in het algemeen inneemt ook de ruimte die nodig is op straatniveau voor ander verkeer en op stedelijk niveau voor leefbaarheid en duurzaamheid.

De ontwikkelingen in de stadslogistiek volgen elkaar dus in hoog tempo op: nieuwe voertuigen doen hun intrede, flitsbezorgers duiken op en worden geweerd en nieuwe wetgeving dwingt tot schonere mobiliteit. Maar welke richting dit precies op gaat, is niet te voorspellen. Wel duidelijk is dat de ruimtelijke ontwikkelingen hier altijd op achterlopen, want de fysieke stad verandert in een veel lager tempo. Dit conflict tussen verschillende ontwikkeltempo’s dwingt ons om verder vooruit en breder na te denken: hoe ziet stadslogistiek er over 20 jaar uit?  

Oplossing: vier toekomstrichtingen

Om een gefundeerd antwoord op deze vraag te vinden, hebben we een verkenning gedaan naar toekomstscenario’s voor de stadslogistiek. Op basis van extrapolatie van trends zijn vier scenario’s geschetst. Daarvoor is een matrix gebruikt met twee variabelen: een variabele die focust op hoe geïntegreerd of gesegregeerd het logistieke systeem is en een andere die focust op of de stedenbouw meer op (leef-)kwaliteit van de stad, of meer op logistiek gericht is. Verder is gekeken naar de gevolgen voor de soorten vervoersmiddelen, de infrastructuur en de hubs, ofwel overslagpunten tussen verschillende logistieke stromen:

Scenario 1: geïntegreerd logistiek systeem binnen een stadsgerichte stedenbouw

In een geïntegreerd systeem worden verschillende logistieke stromen gebundeld voor meer efficiëntie. Bezorgers zouden in dat geval bijvoorbeeld ook retourpakketjes bij klanten ophalen en weer elders afgeven. De ruimtelijke impact op het logistiek verkeer is dan minimaal en zo ontstaat ruimte voor een aantrekkelijke, fiets- en voetgangersvriendelijke buitenruimte.

In een klein aantal grootschalige hubs komen meerdere diensten samen. Deze plekken zijn clusters van winkels, pick-up points, horeca en andere voorzieningen. Deze clustering van diensten in hubs gaan ten koste van kleinschalige winkels.  

Scenario 2: geïntegreerd logistiek systeem binnen een logistieke stedenbouw

De wijk wordt ingericht als integrale logistieke machine: goederen worden vanuit geclusterde hubs met autonoom, kleinschalig vervoer aan huis geleverd. Met nieuwe technieken zoals drones en ondergronds vervoer kunnen de logistieke stromen geoptimaliseerd worden.

De clustering van logistieke voorzieningen vervangt een groot deel van de winkels en voorzieningen in het straatbeeld. Dit efficiënter ruimtegebruik maakt het bijvoorbeeld mogelijk woningen te ontwikkelen in de plinten.

Scenario 3: gesegregeerd logistiek systeem binnen een stadsgerichte stedenbouw

Separate diensten verzorgen in dit systeem hun eigen logistiek, wat vooral efficiënter is voor de bedrijfsvoering van die diensten. Het zorgt voor meer kleinere voertuigen op de weg en voor hubs met een kleiner volume. Bevoorrading en bezorging gebeurt ‘s nachts voor minimale overlast.

De stadsstraten bestaan uit een gevarieerde mix van verschillende winkels en voorzieningen. De openbare ruimte kan door de relatieve rust overdag ingericht worden op langzaam verkeer, groen en verblijfskwaliteit.

Scenario 4: gesegregeerd logistiek systeem binnen een logistiek gerichte stedenbouw

Aparte logistieke stromen krijgen in dit scenario zoveel mogelijk plek. Logistiek domineert daarmee de buitenruimte; onder andere prioriteitsstroken voor bevoorrading en bezorging aan huis zorgen voor een maximale beschikbaarheid en snelle levering.

Een uitgebreid netwerk van dark stores in de wijk maakt dit systeem mogelijk, ten koste van lokale voorzieningen. Deze stores komen in verschillende volumes en met diverse functies, maar ze hebben gemeen dat vanuit hier bestellingen in no-time geleverd worden.

Conclusie

Hoe meer de stad verdicht en hoe groter de noodzaak is voor veranderingen op het gebied van duurzaamheid en leefbaarheid, des te meer de beschikbaarheid van diensten en producten een ruimtelijk en mobiliteitsprobleem vormt. Deze vier toekomstscenario’s bieden handvatten tot een uitweg door de verhoudingen tussen logistieke systemen en de ruimtelijke inrichting van de stad in beeld te brengen. Duidelijk is dat het integreren van verschillende logistieke diensten kan leiden tot een vermindering van het aantal vervoersbewegingen. En dat de toegankelijkheid van de logistieke hubs een stempel drukt op de levendigheid van een stadsstraat. Maar wat vooral duidelijk wordt is dit: niet alles kan overal tegelijkertijd. Welke straten wil je als levendige, fijne stadsstraten? Waar wil je ruimtelijke kwaliteit opofferen voor logistieke efficiëntie? Als het over logistiek en stedelijke kwaliteit gaat, moeten stadmakers dus eerst en vooral keuzes maken.

 

Voor dit artikel is geput uit het onderzoek ‘Stadslogistiek: verkenning van toekomstscenario’s’. Deze studie hebben we in het voorjaar van 2022 uitgevoerd, met inhoudelijke ondersteuning vanuit TNO en Gemeente Rotterdam en financiering door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.