Nieuws

Hoe ziet stadslogistiek er over 20 jaar uit?

De ontwikkelingen in de stadslogistiek volgen elkaar in hoog tempo op: nieuwe voertuigen doen hun intrede, flitsbezorgers ontstaan en worden geweerd, en nieuwe wetgeving dwingt tot schonere mobiliteit. De hardware van de stad ontwikkelt zich daarentegen op een veel lager tempo, vaak resulterend in conflicten tussen de fysieke ruimte en het gebruik ervan. Dit conflict tussen verschillende ontwikkeltempo’s dwingt ons om vooruit te denken: hoe ziet stadslogistiek er over 20 jaar uit? Omdat de richting van deze ontwikkeling nog niet duidelijk is, vraagt dit om verschillende toekomstscenario’s. In plaats van oplossingen te ontwerpen voor vandaag, moeten we inzichtelijk maken wat de impact is van de logistiek van morgen. Op die manier kunnen er toekomstbestendige keuzes worden gemaakt.

In opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en in samenwerking met de gemeente Rotterdam en TNO hebben wij verschillende toekomstscenario's van de stadslogistiek verkend. In dit onderzoek richten we ons op de vraag welke ruimte stadslogistiek inneemt in de stedelijke omgeving, wat de huidige trends zijn en wat dit kan betekenen voor de toekomst van de stadslogistiek.

Meer of minder ruimte voor stadslogistiek?

Stadslogistiek vormt de stofwisseling van de stad: het leveren en ophalen van goederen, grondstoffen en diensten is een vitale functie voor het stedelijk metabolisme. Deze functie vraagt om ruimte: voor verkeer en infrastructuur, en voor overslag en bedrijven. Het verdichten van de stad noopt tot het minimaliseren van omgevingsbelasting, maar ook tot efficiëntieverhoging van ruimtegebruik. Tegelijkertijd groeit de vraag naar meer logistiek. Net als andere stedelijke functies zal logistiek daarom moeten inschikken, en worden gestapeld en gedeeld met andere functies.

Het Oude Westen in Rotterdam als casus

In dit onderzoek richten we ons op de ruimtelijke impact van logistiek in de binnenstedelijke context: dit is de plek waar het logistieke ruimtebeslag in toenemende mate in conflict komt met andere functies. We gebruiken hiervoor de wijk Oude Westen in Rotterdam als casuslocatie. Deze focus op de bestaande stedelijke omgeving stelt ons in staat de mogelijkheden voor de integratie van stadslogistiek binnen de randvoorwaarden van de bestaande stad te onderzoeken. Deze focus op de bestaande stedelijke omgeving stelt ons in staat de mogelijkheden voor de integratie van stadslogistiek binnen de randvoorwaarden van de bestaande stad te onderzoeken.

Een catalogus van de stadslogistiek

Om grip te krijgen op de complexiteit van het logistieke ecosysteem maken we onderscheid tussen drie bouwstenen die gezamenlijk dit ecosysteem vormen: 1. Verkeer, 2. Infrastructuur, 3. Hubs. Daarnaast hebben we de belangrijkste typologieën per bouwsteen in beeld gebracht: gezamenlijk vormen deze een catalogus van de stadslogistiek.

Toekomstscenario’s voor stadslogistiek

Met behulp van scenario’s brengen we in beeld hoe de stadslogistiek zich in  de toekomst kan ontwikkelen, op basis van extrapolatie van huidige trends. In ons ontwerpend onderzoek kijken  we naar vier specifieke scenario’s die voortkomen uit twee assen die zich richten op onderscheidende ontwikkelingen in het logistieke en sociale/stedenbouwkundige domein. De verticale as kijkt naar het logistieke domein en maakt onderscheid tussen een geïntegreerd en gesegregeerd logistiek systeem, terwijl de horizontale as kijkt naar het sociale/stedenbouwkundige domein, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen stadsgerichte stedenbouw en logistiek gerichte stedenbouw.

Conclusies scenariostudie

De scenariostudie brengt de verhouding tussen logistieke systemen en ruimtelijke inrichting van de stad in beeld. Met de verdere verdichting van de stad komen de beschikbaarheid van goederen en diensten in toenemende mate in conflict met de leefbaarheid van de stad: niet alles kan overal tegelijkertijd. Door verschillende logistieke diensten slim te integreren en logistieke hubs zo toegankelijk mogelijk te maken kan het aantal voertuigbewegingen worden gereduceerd en kunnen stadsstraten vitaal blijven.